Heel langzaam draaide ze zich om, was ze wakker of sliep ze nog? Ze proefde de droge smaak van slaap in haar mond, maar wilde liever omdraaien dan eruit. Ergens aan de rand van haar bewustzijn knabbelde een onrustig gevoel wat ze niet thuis kon brengen. Ze zuchtte, draaide zich om en terwijl ze zich weer in een fijne positie wentelde, dacht ze opnieuw iets te horen. Het knagende gevoel breidde zich uit naar de rest van haar schedel en ze voelde kippenvel op haar armen staan. Heel langzaam kwam ze overeind, terwijl een onrustig piepje zich in haar oren nestelde. Het licht aandoen durfde ze niet en knipperde om haar ogen te laten wennen aan het vage schijnsel wat door de plooien van het gordijn naar binnenkroop over het plafond. Ze was wakker wist ze nu, maar had nog geen besluit genomen wat te doen. Eerst maar eens luisteren wat ze hoorde.
De rillingen liepen plots over haar rug toen ze naast het zachtjes piepen ook kleine tikjes hoorde, afgewisseld met het geluid van stoten tegen, ja waar tegen eigenlijk? Ze wist het zeker, er was iets in haar huis, maar ze wist niet wat. Kijken of niet, een vraag die haar bezig hield tot ze het tenslotte zo koud had van angst dat ze in het donker uit bed gleed en haar peignoir aandeed. Heel voorzichtig sloop ze naar de deur van haar slaapkamer en luisterde aan de deur. Net toen ze dacht dat ze het zich verbeeld had hoorde ze weer de tikjes en het stoten. Een hardere piep dan eerst deed haar ineen krimpen en ze klemde haar hand om de deurklink heen. ‘Alle moed bijeen verzamelen en gaan’, zei ze tegen zichzelf, waarna ze de deurlink millimeter voor millimeter naar beneden deed. Krakend ging de deur open naar de donkere gang, ze schoot ze er doorheen en deed snel de deur dicht. Haar slaapkamer zou veilig blijven voor wat er ook in haar huis was. Het licht van de lantaarn van buiten viel door het raampje van de badkamer naar binnen, maar door de was die er hing werden de schaduwen op de vloer er alleen maar onheilspellend van.
Plots voelde ze iets langs haar enkel strijken en ze slaakte een ijselijke gil, die ze snel smoorde om niemand wakker te maken. Ze dacht na, wat ze gevoel had was niet de goede hoogte en zachtheid om haar kat te zijn. Ruw en laag, niet hoger gekomen dan haar enkel. Een nieuwe rilling trok over haar rug en haar ademhaling versnelde van angst. Was het ook was, het hoorde hier niet. Na een poosje in stilte gewacht te hebben tot haar ademhaling weer normaal was, hoorde ze opnieuw tikken en een gesmoorde piep. De angst kroop om haar hart, maar ze was blij dat ze haar kat kopjes voelde geven tegen haar been. Gerustgesteld deed ze het licht aan, een grote dode rat lag aan haar voeten, een cadeautje van de kat.
De rillingen liepen plots over haar rug toen ze naast het zachtjes piepen ook kleine tikjes hoorde, afgewisseld met het geluid van stoten tegen, ja waar tegen eigenlijk? Ze wist het zeker, er was iets in haar huis, maar ze wist niet wat. Kijken of niet, een vraag die haar bezig hield tot ze het tenslotte zo koud had van angst dat ze in het donker uit bed gleed en haar peignoir aandeed. Heel voorzichtig sloop ze naar de deur van haar slaapkamer en luisterde aan de deur. Net toen ze dacht dat ze het zich verbeeld had hoorde ze weer de tikjes en het stoten. Een hardere piep dan eerst deed haar ineen krimpen en ze klemde haar hand om de deurklink heen. ‘Alle moed bijeen verzamelen en gaan’, zei ze tegen zichzelf, waarna ze de deurlink millimeter voor millimeter naar beneden deed. Krakend ging de deur open naar de donkere gang, ze schoot ze er doorheen en deed snel de deur dicht. Haar slaapkamer zou veilig blijven voor wat er ook in haar huis was. Het licht van de lantaarn van buiten viel door het raampje van de badkamer naar binnen, maar door de was die er hing werden de schaduwen op de vloer er alleen maar onheilspellend van.
Plots voelde ze iets langs haar enkel strijken en ze slaakte een ijselijke gil, die ze snel smoorde om niemand wakker te maken. Ze dacht na, wat ze gevoel had was niet de goede hoogte en zachtheid om haar kat te zijn. Ruw en laag, niet hoger gekomen dan haar enkel. Een nieuwe rilling trok over haar rug en haar ademhaling versnelde van angst. Was het ook was, het hoorde hier niet. Na een poosje in stilte gewacht te hebben tot haar ademhaling weer normaal was, hoorde ze opnieuw tikken en een gesmoorde piep. De angst kroop om haar hart, maar ze was blij dat ze haar kat kopjes voelde geven tegen haar been. Gerustgesteld deed ze het licht aan, een grote dode rat lag aan haar voeten, een cadeautje van de kat.